Buggenum, een korte kenschets.
Buggenum, omzoomd door enerzijds de open akkers van het hoger gelegen en vruchtbare Buggenumse Veld en anderzijds het lager gelegen Maasdal met grazige weiden. In deze overgang in hoogteligging, de Maasdalrand, is het dorp Buggenum ontstaan aan een ruime buitenbocht van de regenrivier de Maas. De vruchtbare kleigrond was bepalend voor het oorspronkelijk sterk agrarisch karakter van het dorp. De aanwezigheid van klei gaf begin 1900 de aanzet voor de nu nog aanwezige steenfabriek. Het voorkomen van klei gaf beginjaren 1900 de aanzet voor de bouw van een steenfabriek aan de Dorpsstraat. Om economische reden is de productie Kerstmis 2013 gestopt. Het complex is recent omgebouwd tot sport faciliteit, stallingsruimte voor boten en caravans.
Over de herkomst van de naam gaan verschillende lezingen: zoals heem aan een bocht gelegen of heem in een beukenbos. Zie een artikel onder publicatie.
De ligging in de Maasdalrand en aan een buitenbocht van de rivier heeft een typisch en uniek aan de landschappelijke situatie aangepast vestigingspatroon opgeleverd. In de overgang van hoog naar laag werden de eerste huizen gebouwd aan de hoge kant en aan één kant van de hoofdwegen (Berik-, en Dorpsstraat) met vrij zicht over het Maasdal.
Als regenrivier heeft de Maas een sterk wisselend afvoerpatroon (10 m3/sec, ten tijde van grote droogte; >3500m3/sec, in zeer natte perioden, meestal in de winter). Bij sterke “was op de Maas” overstroomden al snel de genoemde hoofdwegen. Dankzij de hogere ligging van de achtererven konden de bewoners achterom wel de woningen en boerderijen bereiken. Als een vorm van burenhulp ontstond op de hoger gelegen grens van de achtererven een stelsel van paden (de zogeheten "vluchtpaden"), waarlangs het dagelijks verkeer kon plaatsvinden (boodschappen, kerkbezoek of naar de akkers).
Tot zo’n 4 m “was” kwam het water nog niet in de huizen, bij nog hogere afvoeren moesten velen hun huizen verlaten. De watersnood van 1993 en 1995 maakten dat ook Buggenum een relatief veilig dorp werd achter een kade.
Buggenum en de Romeinen.
Als je naar de talloze Romeinse vondsten kijkt die in Buggenum zijn gevonden is Buggenum een belangrijke plaats geweest in de Romeinse tijd. Denk aan Melenborg, de Romeinseweg (Heerweg) de Romeinse villa's waar recent onderzoek naar is gedaan.
Vanaf het begin bouwden de Romeinen wegen.
In 312 v. Chr. legden zij hun eerste grote weg aan: de Via Appia. Zeshonderd jaar later lagen er honderden wegen in het Romeinse Rijk, met een totale lengte van 80.000 (!) km.
De wegen werden in de eerste plaats gebouwd voor militaire doeleinden: legereenheden konden gemakkelijk oprukken van de ene naar de andere plaats. Als ergens een lokale opstand uitbrak konden veel soldaten zich snel verplaatsten. Daarnaast bestond er een uitgebreide koeriersdienst. Koeriers moesten de orders van de generaals snel van de ene naar de andere plek brengen. Via het uitgebreide wegennet ging dat vrij snel. Speciaal voor de koeriersdienst stonden overal in het Romeinse Rijk stallen (stationes) langs de wegen. Daar konden de koeriers hun paarden wisselen. Naast de militaire functie waren de wegen ook belangrijk voor de handel. Uit de verre provincies werden veel goederen naar Rome gebracht. Ook waren er veel goederen in de provincies nodig. Niet alleen om de soldaten te voeden maar ook bouwmateriaal om de forten en wachttorens te bouwen en te onderhouden.
Maar ook de gewone Romeinen gebruikten de wegen om te reizen. Overal langs de wegen ontstonden herbergen (taberna) waar reizigers konden rusten en eten. Langs de wegen stonden mijlpalen. Stenen palen die aangaven hoever het nog was naar de volgende belangrijke stad.
Veranderingen
In de loop van de laatste eeuwen is het landschap rond Buggenum gewijzigd door aanleg van de Napoleonsweg, de aanleg van de spoorlijn, de kanalisatie van de Maas, de grindwinning, de aanleg van het Lateraalkanaal met het verleggen van het koelwaterkanaal en ten slotte de aanleg van de kade, als hoogwaterbescherming. Het patroon van landwegen in het Buggenummerveld heeft zijn kenmerkende spinragstructuur behouden dankzij de gewijzigde inzichten bij het opzetten van ruilverkavelingen.
Tot 1942 was Buggenum een zelfstandige gemeente. Het gemeentewapen was de afbeelding van Sint Aldegundis; deze heilige is tevens patroonheilige van de parochie (afbeelding hierboven).
In dat jaar 1942 volgde de samenvoeging met de aangrenzende gemeenten Haelen en Nunhem tot de gemeente Haelen. Het inwoneraantal was toen ca 650. In 1991 werd daaraan de gemeente Horn toegevoegd (samen goed voor ca 9000 inwoners). Sinds 2007 is Buggenum één van de 16 kernen van de gemeente Leudal, ca 37.000 inwoners in totaal, waarvan in Buggenum ca 975.
De bouw van de Maascentrale in de jaren 1950-’60, pal ten zuiden van de spoorlijn Roermond-Weert en in het Maasdal, vanwege het benodigde koelwater, was belangrijk voor de opvang van de verminderende werkgelegenheid in de landbouw. Inmiddels is het fabriekscomplex met de 6 hoge schoorstenen gesloopt. Het terrein wacht nu nog op een nieuwe invulling.
In de periode 1993-2013 werd ten zuiden van de Maascentrale in de proefcentrale Demo KV- STEG/Demkolec/WillenAlexandercentrale electriciciteit opgewekt door kolenvergassing met later bijmenging van biomassa. Vrijwel direct na stopzetting van de productie is gestart met de sloop van de centrale.
In het boek "Buggenummers 2014 in beeld" is op de pag's 158-172 in woord en beeld meer te lezen over de ontwikkeling van Buggenum.
Kaart 1883
Kennismaken met Buggenum
Buggenum (Limburgs: Böggeme) is een kerkdorp in de Nederlandse provincie Limburg. Voor 2007 behoorde het tot de voormalige gemeente Haelen, maar nu is het onderdeel van de gemeente Leudal. Tot 1942 was Buggenum een zelfstandige gemeente.
Ontstaan
Aan de opgravingen in de omgeving van Buggenum kan opgemerkt worden dat er in de bocht van de Maas een Romeinse nederzetting heeft gelegen. Een helm van een centurio is gevonden onder de Maas, waar zich hoogstwaarschijnlijk de nederzetting heeft bevonden. (Deze bevindt zich in het Valkhof museum in Nijmegen). Bug Hemus ( Lat.) kan een eerdere vorm van de plaatsnaam zijn, die 'Heem in de bocht' betekent.
De plaats komt in 1284 voor als Buggenheym. De kerk van het dorp is de Sint Aldegundiskerk en er is een groot huis in het dorp gevestigd, het Huis Malborgh. Bij het dorp ligt ook het 8 kilometer lange Lateraalkanaal, dat tot Heel doorloopt. Het kanaal is ten westzijde gelegen van de Maas, die hier ook doorheen stroomt.
Kaart 1890
Overstromingen
De Maasdijkramp van 1926 is de zwaarste ramp die Buggenum heeft getroffen, met een stand van 46,92 meter boven NAP, de hoogste ooit gemeten in Nederland. Hierna werd de grond langs de huizen aan de Dorpstraat en Holstraat opgehoogd. Zo kende de huizen aan de voormalig Bovenstraat (tegenwoordig Holstraat ter hoogte van de Steenfabriek) trapjes aan de voorzijden. Vluchtpaden maakten het voor mens en vee mogelijk zich in veiligheid te brengen op de hoogstgelegen gronden.
Deze paden zijn onderdeel van het historische occupatiepatroon, welke tussen 2001 en 2004 gedeeltelijk zijn hersteld met het oog op het in stand houden van de cultuurlandschappen. Ook bij de overstromingen van 1993 en 1995 zijn ze nog gebruikt. Doordat daarna kades langs de rivier zijn aangelegd, zijn ze hun functie kwijtgeraakt. Sinds 1995 ligt er een dijk langs de Maas in overeenstemming met het Delta-plan voor de rivieren. Nieuwe inzichten geven aan dat de dijken verhoogd moeten worden om de bewoners voldoende te beschermen tegen hoogwater van de Maas.